
Ik spreek met Henri Heimans af in de gloednieuwe, Gentse bibliotheek De Krook, waar hij met zijn vrouw en twee kleinkinderen naartoe getrokken is. "Ga nu niet denken dat wij zo'n grootouders zijn die constant moeten babysitten," zegt hij bij het begin van het gesprek. Het wordt me al snel duidelijk waarom: "Nu ik met pensioen ben, kan ik zelf beslissen wat ik doe en wanneer, en zijn mijn deadlines verdwenen. Maar ik zet mijn agenda nog altijd te vol." Een gesprek vol engagement, met een uitzonderlijk man.
Henri Heimans: "Ik heb 45 jaar gewerkt voor justitie. Ik ben afgestudeerd in 1972, in de rechten, en nog tijdens mijn studies, heb ik via Selor examen gedaan om voor de overheid te gaan werken. Ik was geslaagd en ben beland bij Justitie, en werkte rond internationale betrekkingen. Ik reisde veel door heel Europa, 6 jaar lang. Dat was bijzonder boeiend, zo was er bijvoorbeeld een werkgroep die regelmatig bijeenkwam in Rome. Maar ik ben graag bezig met mensen. Daarom ben ik na 6 jaar overgestapt naar het parket in Brugge. Daar ben ik 9 jaar substituut geweest. Daarna rechter, daarna onderzoeksrechter, altijd heb ik strafzaken behandeld. Dan ben ik raadsheer bij het hof van beroep van Gent geworden, waar ik tot mijn 66 jaar gewerkt heb. Ik had er nog langer kunnen blijven, nu is er zelfs een systeem om tot je 70e te blijven. Maar dat zag ik niet zitten. De sfeer was er een pak repressiever geworden, en ik kon me daar steeds minder in vinden.
Bovendien is mijn partner op hetzelfde moment met pensioen kunnen gaan, zij is ook juriste, en gaf les op de hogeschool. Zij is met vrijwilligerswerk gestart en werkt onder andere nu voor buurtbemiddeling. Ik ben dan actief geworden in verschillende organisaties, zoals Villa Voortman en De Sloep. Daarnaast begeleid ik nu een aantal moeders van geïnterneerde personen. Hun kind zit opgesloten, en ze weten niet wat met hen zal gebeuren. Ik geef hen informatie en probeer hen te helpen waar ik kan. Het is iets dat voortgevloeid is uit mijn professionele leven, waar ik veel bezig geweest ben met het lot van geïnterneerden. Ik doe dat dan ook met veel inzet. Ik word ook af en toe geraadpleegd om mee te werken aan wetsontwerpen. Zo ben ik deze legislatuur o.a. gehoord in Kamercommissie Justitie, toen men bezig was met de interneringswet.
Het zijn zeer gevulde dagen, inderdaad. Moest je mijn agenda kunnen zien... Want tussendoor heb ik ook regelmatig studenten die langskomen met vragen rond internering. Deze week nog was ik uitgenodigd op Hogeschool Vesalius om bij de opleiding verpleegkunde te komen spreken over internering."
Nu ik met pensioen ben, kan ik zelf beslissen wat ik doe en wanneer, en zijn mijn deadlines verdwenen. Maar ik zet mijn agenda nog altijd te vol.
Ik vraag Henri wat voor hem de sleutel was van die lange, geslaagde loopbaan. 45 jaar lang werken, voor hem is het gelukt, en dat is iets waar niet iedereen in slaagt?
Dat hij daar geen problemen mee heeft gehad. En, na enige twijfel: "Achteraf bekeken waren er natuurlijk zware periodes. Mijn echtscheiding bijvoorbeeld, toen de kinderen nog jong waren. Werk was toen eigenlijk zelfs een manier om het vol te houden. Je bent bezig met het lot van mensen, dat is beklijvend, en lost je niet meer. Maar het geeft je ook een reden om door te gaan. En je probeert daar het beste van te maken.
Zeker eenmaal ik rechter was, waren er geen vaste kantooruren. Je moet vonnissen vellen, dus je bereidt dat thuis voor, bespreekt het op het werk, en neemt het dan weer mee naar huis. Er zijn natuurlijk ook deadlines, waar ik me altijd aan heb proberen te houden. En dat was zeer stresserend, heel lastig. Dat is nu voor mij dan ook enorm ontspannend, dat ik geen deadlines meer heb. Ook al staat mijn agenda nog steeds vol," lacht Henri.
Als ik hem vraag naar de combinatie met het gezinsleven, reageert ook zijn partner Wies even: "Je doet dat gewoon. Achteraf weet je niet meer hoe dat is gelukt, in die drukke jaren met kleine kinderen. Om 8u30 's ochtends hadden we soms al het gevoel dat de dag voorbij was. Niet goed natuurlijk, maar je moet wel. Misschien is het verschil tegenover deze generatie dat de onze iets praktischer ingesteld was? Ik maakte bijvoorbeeld nooit spaghettisaus met minder dan 2kg gehakt," lacht Wies, "om in te vriezen." Natuurlijk heb je nu ook factoren die toen niet meespeelden. Het verkeer, waar je veel vaker in vastzit en meer tijd mee verliest. De druk van e-mails, van sociale media."
Henri: "Natuurlijk steun je ook op je partner, je doet het met twee. Maar ik heb altijd partners gehad die fulltime of meer werkten. Zeker ook de drive om met mensen te werken heeft mee geholpen om het altijd vol te blijven houden." Wies vult aan. "Bij Henri is dat een zijnswijze. Zijn passie voor mensen, maar ook: gelijk wat je hem vraagt, het antwoord is altijd ja. Ook vandaag nog."
"Dat is waar. Ik heb mijn werk altijd enorm graag gedaan. Mijn engagementen nu zijn een verderzetting van mijn passie. Daarnaast ben ik ook bezig aan een puur persoonlijk project, het reconstrueren van het oorlogsverleden van mijn ouders, die beide in kampen hebben gezeten (zie ook http://www.humo.be/humo-archief/302705/met-topmagistraat-henri-heimans-naar-breendonk). Nu ik 70 ben, voel ik stilaan enige haast om die plannen uit te voeren."
Henri vertelt me dan over zijn ouders, die in de jaren '30 beiden actief waren in antifascistische bewegingen, en daarvoor zijn opgepakt, en gedeporteerd zijn naar de concentratiekampen. Ze hebben mekaar pas na de oorlog leren kennen.
Of wat gebeurd is met zijn ouders bepalend is geweest voor zijn engagement? "Na de oorlog hebben mijn ouders al hun engagementen stopgezet, ze zijn nooit meer actief geweest, niet politiek, maar ook niet in andere verenigingen. Maar op de een of andere manier is dat maatschappelijk engagement toch doorgegeven. Bij mij is het begonnen in mijn studententijd, ik heb nog meegedaan aan de bezetting van de Blandijnberg. Zodra ik magistraat werd, ben ik wel strikt neutraal geweest. In de rechtspraktijk was ik een buitenbeentje als 'linkse'. Ik ben me een buitenbeentje blijven voelen, ook in de magistratuur.
Als ik naar mijn hele carrière kijk, toen en nu... perfectie bestaat niet, maar ik heb wel ongeveer gedaan wat ik wilde doen. Ik ben tevreden, ja. Maar ik doe nog elke dag verder. Ik weet dat recht niet altijd tot rechtvaardigheid leidt, en nu proberen Wies en ik mensen zoveel mogelijk te helpen. Op een bepaalde manier vullen we misschien hier en daar hiaten van ons vorige professionele leven op. Toen kon ik niet tussenkomen. Nu kunnen we wel advies geven, en alle tijd nemen om te luisteren."
Wat ik hierbij denk als politica?
Een rode draag doorheen Henri zijn carrière en zijn vele engagementen nadien is zijn passie voor mensen. Henri geeft om mensen, in het bijzonder om mensen die het minder goed hebben of die minder kansen gekregen hebben. Een loopbaan van 45 jaar hou je maar vol als je zo'n passie ook in je werk kan steken. En niet iedereen heeft dat geluk. Voor veel mensen ligt hun eigen passie, hun eigen ontplooiing, niet in hun werk, maar elders. Als we willen dat mensen langer aan de slag blijven, met goesting, dan gaan we veel meer werkomstandigheden moeten creëren waarin mensen zelf voldoende creativiteit, vrijheid, mogelijkheid om zichzelf te ontplooien, ... ervaren. En dat doe je door werkvloeren zelf aan te passen. In het najaar van 2015 lanceerde Groen al 10 voorstellen voor werkbaar werk en niet voor niets luidde het eerste voorstel als volgt: "Begin een plan rond werkbaar werk met maatregelen die gaan over wat er tijdens het werken zelf gebeurt. Maatregelen moeten een impact hebben op de werkorganisatie in ondernemingen en diensten, en resulteren in meer autonomie voor mensen over hoe ze hun takenpakket moeten uitvoeren." Dat laatste, die autonomie, is cruciaal. Want het is net de autonomie die je krijgt om je werk zelf te organiseren, die ervoor zorgt iemand als Henri zijn drukke, stresserende job aankon. Het is dan ook typisch voor mensen als Henri, die op hun werk veel vrijheid kregen en hun passie kwijt konden in hun werk, dat ze zelfs na hun pensioengerechtigde leeftijd willen doordoen! Maar ook in andere soorten jobs is er meer autonomie mogelijk, als we meer durven nadenken over hoe de werkorganisatie er anders uit kan zien. Pas dan gaan mensen, met goesting, langer aan de slag kunnen blijven.
Reacties
Aanmelden via
Facebook Twitter