
Een totale carriereswitch na je 50e
Hoe onverwacht je loopbaan toch kan lopen, bedenk ik me, terwijl ik naar de verhalen van Philip luister. Dat hij wel iets te vertellen had over drastische carrièrewendingen, kreeg ik als reactie op mijn oproep over loopbanen. En zo kan je het inderdaad wel stellen. Het werd een gesprek over schoolverlaters, Aziatische papierfabrieken, herstructureringen, Duitse multinationals, interimjobs, C4's, wiskunde, en nog veel meer. Lees mee met het verhaal van Philip.
Dat hij het graag op zijn manier deed, werd misschien al vroeg in Philips carrière duidelijk. Zijn ouders wilden dat hij burgerlijk ingenieur werd, maar zijn passie lag elders. Dus stapte hij op eigen houtje over naar industrieel ingenieur en maakte de studie op zelfstandige basis af, weg van huis. Philip:"In 1988 ben ik afgestudeerd als ingenieur mechanica, en ben in de papierindustrie beginnen werken, bij een toen Belgisch, later Duits en nu Scandinavisch bedrijf. Ik kreeg er de geweldige kans om verder te studeren voor papieringenieur in Duitsland, een kans die ik ook met beide handen gegrepen heb. Ik trok voor een jaar naar Duitsland met mijn toenmalig lief, nu mijn vrouw. Er waren met het bedrijf ook goede afspraken gemaakt voor de periode erna, namelijk dat we voor een beperkte periode mee zouden draaien in ploegdienst, en daarna naar een beter regime zouden overstappen. Helaas zijn die afspraken later herroepen, waardoor ik na een tijdje beslist heb om niet bij het bedrijf te blijven. Degenen die gebleven zijn hebben maar liefst 10 jaar of zelfs langer in ploegen gewerkt. En geloof me, dat is niet evident. De nachtshift is niet het grootste probleem, maar wel de ochtendploeg. Als leidinggevende moest ik om 5u op de werkvloer staan, dus dat betekent dat je toch voor tien uur 's avonds je bed in moet. Enig sociaal leven wordt daardoor in de praktijk heel moeilijk vol te houden.
Ik ben dan bij een bedrijf begonnen dat nieuwe afzetmarkten zocht, onder andere in Oost-Europa, na de val van de muur. Daar heb ik 10 jaar gewerkt, en heb veel rondgereisd, in het begin in Europa, daarna ook in Azië. Het was een heel leuke periode, met als nadeel dat als je een gezin met jonge kinderen hebt, je heel veel mist op dat vlak. Ik was in die tijd toch een 150 dagen per jaar weg van huis. Dus ben ik opnieuw veranderd en heb een min of meer gelijkaardige job gevonden, nog steeds binnen de papierindustrie, waar ik me meer op de markt van de Benelux kon richten. Dichter bij huis dus, beter combineerbaar met mijn gezinsleven. Ook daar heb ik een 10-tal jaar gewerkt. Het was een heel fijn bedrijf, met een open bedrijfscultuur. Toen al konden we regelmatig van thuis uit werken, ik zat in een leuk team, had fantastische collega's. Onverwachts werden we echter overgekocht door een concurrent, op een heel abrupte, nogal agressieve manier, en daar blijven ging toen niet meer. Ik ben toen mee in een outplacementtraject kunnen stappen, op zoek naar nieuw werk.
Bijzonder confronterend om te merken dat je als 45-jarige eigenlijk al uit de boot valt
Op dat moment dacht ik: ik ben halverwege de 40, heb een pak ervaring, dat gaat wel vlot lopen. Maar dat ging dus niét vlot. Het was bijzonder confronterend om te merken dat je als 45-jarige eigenlijk al uit de boot valt, of toch op de beslissende momenten. Vaak zat ik bij sollicitaties bij de laatsten of zelfs laatste 2, maar als dan de keuze gemaakt moest worden tussen mij of iemand die een pak jonger was, ja.. dan wist ik direct wat er ging gebeuren. Ik heb het me afgevraagd, wat daar dan juist de reden van was. Is het omdat ik duurder was, qua loonkost, of speelde er nog meer mee? Ik heb uiteraard niet meer het 'zichtbare' energiepeil van een schoolverlater, maar anderzijds denk ik dat een iets ouder iemand een groter netwerk heeft, een meer mature manier van werken, meer zin voor relativering.. Plus: ik geloof echt dat als een 45-jarige zijn of haar draai vindt in een nieuw bedrijf, die werknemer toch meer loyauteit aan de dag zou leggen dan pakweg een twintiger die vooral op zoek is naar nieuwe ervaringen."
Ik vraag Philip naar zijn ervaringen met het outplacementtraject. "Als je een goede coach hebt, kan je daar echt veel van leren. En dat had ik ook, iemand van VDAB die bijzonder gedreven was en alles heel goed voorbereidde met mij. ik heb daar veel aan gehad ja, want bij zo'n gedwongen ontslag zit je toch ook wel met veel opgekropte frustratie. Het is hàrd dat je ineens je collega's niet meer ziet, dat je opeens thuis zit, terwijl je dat eigenlijk niet wilt. Het voelt alsof je op de een of andere manier gefaald hebt, terwijl het absoluut niet aan jou ligt. Maar in die gemoedstoestand moet je dan wel gaan solliciteren.
Uiteindelijk ben ik dan wel aan heel leuke interimjob geraakt. Qua administratie was dat ook weer een nieuwe ervaring. Bijvoorbeeld: Ik werkte in weekcontracten, en met al die opeenvolgende weekcontracten heb je dan recht op een 13e maand. Maar je moet er dus wel zelf achteraan gaan, want als je het niet zelf bewaakt, krijg je niets. Na het interimcontract volgde een vast contract, en was ik bezig met het introduceren van de productiemethodes van het moederbedrijf naar ander bedrijven in het buitenland. Ik ben daarvoor naar Polen, Rusland, India gereisd, wat natuurlijk fantastisch was. 1,5 jaar heb ik daar gewerkt, tot er een nieuwe directeur kwam en ik de laan werd uitgestuurd. Ik kreeg drie maanden opzeg - die ik moest presteren.
Het was toen begin 2014, en opnieuw stond ik op straat.
Enkele mensen in mijn omgeving zeiden me toen: 'Waarom word je geen leerkracht?' Ik gaf toen al van tijd tot tijd bijles, en deed dat graag. Bovendien was het zinnetje ‘Mocht ik leerkracht zijn, dan …’ ook daarvoor al een steeds terugkerende bedenking in mijn leven. Op mijn 50e heb ik die stap dan ook eindelijk effectief gezet.
Dus ben ik ervoor gegaan, en heb ik beslist om een jaar lang de specifieke lerarenopleiding te volgen, voor zij-instromers uit de privésector.
En vandaag geef ik dus les. Sinds dag 1 dat ik voor de klas sta, doe ik het met volle goesting. Dat zinnetje ‘Mocht ik leerkracht zijn dan …’ kan ik nu eindelijk in de praktijk brengen. Ik hang mijn lessen op aan praktische kapstokken. Ik geef de leerlingen mee waarom ze iets moeten leren. En dat werkt motiverend, voor beide kanten ! Dat is het voordeel van als oudere, ervaren persoon voor de klas te staan. Beroepservaring heb ik genoeg, als leerkracht ben ik echter nieuw. Dat wil zeggen dat ik als industrieel ingenieur mechanica, komende uit de chemische sector, geen enkel ervaring kan inbrengen voor mijn anciënniteit, en ik heb dus het loon van een startende leerkracht. Zelf ben ik daar niet zo ongelooflijk mee bezig, maar naar de buitenwereld toe schept het soms verwarring: je bent zogezegd die leerkracht met bakken vrije tijd, maar in die vrije tijd kan ik amper geld uitgeven. De meeste van mijn vrienden hebben meer middelen om in die vrije tijd te spenderen, terwijl wij er toch iets bewuster mee moeten omgaan.
Dit jaar geef ik les in 2 scholen, in het secundair onderwijs en aan volwassenen. Ik heb al in het TSO gestaan, en nu is het ASO. De volwassenen aan wie ik les geef zijn mensen die hun middelbaar diploma niet hebben gehaald en er nu alsnog werk van willen maken. Ik geef vooral theoretische vakken: wiskunde, chemie, fysica, maar eerder gaf ik bijvoorbeeld ook al nautische technieken.
Al die verschillen maken mijn job boeiend, en dat maakt dat ik op het einde van de maand niet kijk naar wat er op de rekening staat. Gelukkig heb ik een partner die meer verdient, waardoor we ons niet echt zorgen moeten maken. En dat geeft toch een gevoel van veiligheid. Want naast het inkomen heb je natuurlijk het feit dat ik op iedere laatste schooldag van het jaar mijn C4 krijg. Waarmee ik dan weer naar het bureau ga en de administratie in gang wordt gezet. De eerste 10 dagen van juli hou ik standaard vrij om van school naar school te gaan en mezelf te gaan 'verkopen'. Elke keer weer is dat toch weer slikken. Welke collega's zal ik volgend jaar krijgen, waar zal ik terechtkomen?
Er is dus veel goesting en motivatie, maar alle flexibiliteit maakt het ook ingewikkeld. Dit jaar zit ik in een enorme luxepositie, met goed combineerbare functies. Maar er zijn tijden geweest dat ik 9 à 13 leerplannen moest volgen. Het onderwijs hinkt hier totaal achterop volgens mij, er heerst zo'n schrikcultuur rond controles en audits. En het komt allemaal terecht op de schouders van de leerkrachten. Iedere keer als het kerst is, ga ik echt onderuit. Ik heb die periode nodig, mentaal en fysiek. Ik merk echt dat ik die periode nodig heb om die batterijen op te laden. Leerkrachten die van vakantie naar vakantie leven.. wel, ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik heb die vakantie ook écht nodig om te recupereren."
Als ik Philip vraag wat hem het meest energie heeft gegeven in zijn werkomgeving, moet hij niet lang nadenken: "De sociale contacten, vroeger met collega's, nu met leerlingen, en het feit dat we samen iets kunnen opbouwen. Zoals nu in de klassen die ik heb. Dat hoop ik ook nog te kunnen doen tot 67, maar eigenlijk ben ik helemaal niet bezig met stoppen of met mijn pensioen. Ik hoop niet geparkeerd te worden op een leeftijd waarop ik me nog mentaal en fysiek goed voel. Wat me dan weer energie kost? Ik sta met volle overtuiging voor de klas, maar nog 13 jaar telkens in juni een C4 krijgen, daar kijk ik niet naar uit. Ik hoop dat het net iets stabieler kan worden. Ook al ben ik tegen het systeem van vaste benoemingen zoals het nu bestaat, enige zekerheid zou wel welkom zijn."
Reacties
Aanmelden via
Facebook Twitter